Zevenaar

Een stad in de Liemers

Zevenaar ligt in het hart van de Liemers, in de driehoek van de Rijn, de zuidelijke IJsseloever en de landsgrens. Dat hier ooit Maurits van Oranje zijn kamp opsloeg om Zevenaar te veroveren is nu niet meer te zien. Tot 1599 hoorde Zevenaar bij het hertogdom Kleve. Toen bezette Maurits het dorp, maar om strategische redenen in de aanhoudende Nederlands-Spaanse strijd gaf hij het direct weer terug aan Kleve. Nu is de geschiedenis van Zevenaar o.a. terug te zien in de Sint Martinuskerk, het Liemers Museum, op het landgoed Huis Sevenaer of bij de herbouwde redoutes (Maurits- of wachttorens). Tip: fiets een extra lus voor een historische route van Babberich (knooppunt 35) naar Oud-Zevenaar (Sint Martinuskerk) en Aerdt (knooppunten 1, 55 en 90) om daarna de hoofdroute weer op te pakken (knooppunt 28).

Uitstappen alsjeblieft! – Douane

Al in 1855 werd Zevenaar op het spoornet aangesloten. Zo kreeg de stad grote betekenis voor het Nederlands-Duitse grensverkeer richting Emmerich en Kleve. In Zevenaar moest de locomotief van de trein gewisseld worden. De reizigers moesten met hun bagage de trein verlaten en op het station door de douane. Daardoor was het stationsgebouw relatief groot: naast de controle bij de douane waren er ook andere controles bij de in- en uitgang, twee wachtruimtes en een café. Voor het stationsgebouw stond een watertoren, die de waterketels van de stoomlocomotieven moest vullen. In de bloeitijd van het station werkten hier 150 douaniers en spoorwegbeambten.